Werken in vrijheid: Touch it!

Dit is het laatste filmpje van deze serie met de ‘drie pionnen’. Binnenkort meer, waar ik erg naar uitkijk! Voor nu:

Kunnen we nu ook alle pionnen aanraken, zonder dat een touw ons verbindt?
Yes we can! Dit was de eerste keer dat we dit probeerden, dus je ziet dat ik haar na de tweede pion even moet helpen, maar dit helpt wel om ons doel te bereiken! Eigenlijk is het een communicatie test. Als er genoeg duidelijkheid en vertrouwen in de relatie zit dan zouden we de dingen die we met touw kunnen, ook zonder touw moeten kunnen.

Challenge accepted!

Mensen zijn gewoontedieren. Ritme en regelmaat zijn goeddoeners, ze creëren rust en een gevoel van veiligheid. Maar toch gaat elke dag weer, het hele jaar door, hetzelfde riedeltje, een mens wel vervelen. Af en toe iets nieuws of een andere uitdaging, houdt ons scherp.

Met paarden is het niet anders. Ook paarden zijn gewoontedieren. En kuddedieren. De veiligheid van de bekende kudde, regelmatige voertijden en een rustige slaapomgeving, zijn basisbehoeften. Die uitdaging die een mens gewoon kan opzoeken, wanneer hij de behoefte voelt, wordt bij paarden helaas nogal eens vergeten. Paarden kunnen immers niet zeggen dat ze eens iets nieuws zouden willen proberen. Dus is het aan ons om ze te lezen en gehoor te geven aan deze roep om vernieuwing.

Wissel af, zorg voor uitdaging. Zelfs als je fanatiek wedstrijdruiter bent zou ik je aanraden om zeker 2x in de week iets anders te doen dan alleen maar rijden en oefenen, oefenen, oefenen. Geloof mij, je paard zal je dankbaar zijn, waardoor je een gemotiveerder paard en betere resultaten krijgt. Iedereen wil toch een paard dat naar je toe komt met een blik in zijn ogen die vraagt: ‘Wat gaan we vandaag voor leuks doen?’.

Met afwisselen bedoel ik niet 2x in de week longeren en de andere dagen rijden. Zo makkelijk kom je er niet vanaf. Niets is zo dodelijk saai als 40minuten lang alleen maar rondjes lopen, dat geldt voor paarden net zozeer als voor mensen. En dan kunnen mensen zichzelf tenminste nog motiveren, maar als er voor paarden geen duidelijk doel en een duidelijke beloning aan vast zit, dan wordt het al snel een dooddoener.

Tip: Ga grondwerken met je paard. Je kan vanaf de grond een enorme band met je paard opbouwen door samen te spelen! Klinkt dit doelloos voor jou? Maak er een training van. Wat wil je bereiken? Wist je dat je vanaf de grond, je paard voorwaarts, achterwaarts, zijwaarts, harder, zachter, kan laten gaan? Wendingen om de voorhand, achterhand? Je kan je paard leren om objecten aan te raken, om op jou te letten en te zoeken naar een antwoord op de vraag die je ze stelt. Je kan ze leren op dingen staan, over een zeil lopen, zelfs over een wip-wap of door een tunnel. En als jullie dit allemaal kunnen, samen, dan kan je jezelf ook nog als doel stellen om het allemaal in vrijheid te kunnen doen, zonder touw! Als dat geen spelen meer is! Wedden dat jouw paard naar je toe komt omdat hij het leuk vindt om een nieuwe uitdaging te krijgen?

Tip 2: Ben je inspiratieloos? Neem contact met me op!

Stop de miscommunicatie tussen mens en paard!

Ik maak graag mens en paard blij, omdat mensen heel veel samenwerken met paarden en ik van mening ben dat er heel veel miscommunicaties tussen mens en paard zijn. Paarden proberen vaak duidelijk te maken aan mensen wat ze niet fijn vinden aan de manier waarop de mensen ze behandelen. Paarden onderling zijn de hele dag door bezig met aangeven aan elkaar wat ze wel en niet fijn vinden, of ze samen willen eten, hoe dichtbij ze mogen komen, enz. Dit geven ze aan met bijzonder kleine signalen. Als het andere paard direct op dit signaal reageert, dan hoeft het eerste paard geen grotere signalen uit te zenden. Mensen daarentegen begrijpen deze signalen van de paarden vaak niet, waardoor de paarden duidelijker worden, wat in hun wereld betekent dat de signalen groter en dreigender worden. Eerst door hun oren naar achter te doen, dan door met hun hoofd of hun staart te zwaaien, vervolgens door zacht hun tanden ergens in te zetten, om tot slot echt te bijten of te schoppen. Dit doen ze alleen maar als ze niet begrepen en gehoord worden. Hierdoor  zijn ze gedwongen om duidelijk te zijn naar ons toe. Mensen begrijpen dit niet, waardoor ze de paarden bestempelen als onhandelbaar en grof worden door ze vast te binden, te schoppen of te slaan. De miscommunicatie wordt groter en groter.

Ik wil ervoor zorgen dat mensen en paarden elkaar gaan begrijpen, dat mensen leren de signalen van de paarden te herkennen, om hun samenwerking geweldloos te laten verlopen. Hierdoor krijgen we een betere wereld met blijere paarden en mensen.

Worstelingen

Ik gaf veel les en ik reed veel paarden van/voor anderen. Maar de laatste jaren niet meer. Sinds het moment dat ik in aanraking ben gekomen met Natural Horsemanhsip (NH), ben ik in gaan zien dat het ook anders kan. Mensen zijn geneigd paarden te zien als gebruiksvoorwerpen, ze te behandelen op een menselijke manier en ervan uit te gaan dat paarden doen en denken als mensen. Wat we vergeten is dat paarden dieren zijn. Dieren met gevoel. Prooidieren. Vluchtdieren. Kuddedieren. Mensen sluiten paarden op in een stal, waar deze gaan luchtzuigen, kribbebijten of weven. Om aan te geven: ‘Dit is geen natuurlijke situatie voor mij. Ik ben hier niet gelukkig. Ik hoor thuis in een kudde.’.

We gaan op een paard zitten, iets onnatuurlijks voor een paard. Want dit vluchtdier wordt door natuurlijke vijanden als wolven en leeuwen aangevallen, doordat deze op de rug van het paard springen. Wat doen wij mensen? Wij gaan op die plek zitten, waar een roofdier de meeste kans heeft het paard te overmeesteren. Er is heel veel vertrouwen voor nodig om het paard duidelijk te maken dat wij geen roofdieren zijn, dat het oké is om ons op zijn rug te laten zitten.

Velen maken gebruik van een bit, zweep en sporen om het paard te laten doen wat zij willen. Als het dan zijn mond open doet om aan te geven dat het pijn doet, dan doen we er nog een sperriem omheen om te zorgen dat hij zijn mond dicht houdt. Krijgen we nog geen gewenst resultaat, dan doen er nog een hulpteugel omheen, om het paard in een bepaalde houding te dwingen. De communicatiemiddelen die paarden hebben, de manieren om ons te vertellen hoe het met ze gaat, nemen we ze af.

Ik ga niet meer zomaar op elk paard zitten. Eerst wil ik kijken of ik vanaf de grond een bepaalde relatie kan opbouwen, gebaseerd op vertrouwen. Hiervoor doe ik grondwerk met paarden. Dit betekent dat ik, op de grond, als gelijkwaardige, ga kennis maken met het paard. Vervolgens wil ik het paard laten zien dat ik een gelijkwaardige, een partner ben, geen roofdier. Dit doe ik door hem te laten zien, op een paardvriendelijke manier, dat ik goede bedoelingen heb, dat ik hem geen pijn zal doen. Dat een stick die ik in mijn handen heb, hem geen pijn zal doen, dat hij hier niet voor hoeft weg te rennen, dat die stick een neutraal voorwerp is.

Zodra dit doel bereikt is, gaan we verder. Paarden zullen zich bij jou als eerste afvragen of ze met jou een kudde kunnen vormen. Een kudde verhoogt namelijk hun kans om te overleven. Vervolgens wordt de grote vraag: Wie van jullie twee, wordt de leider van deze kudde?

Om te voorkomen dat het paard mij gaat overrulen met dominant gedrag, is het nu tijd om het paard te laten zien dat ik de dominante partner in deze relatie ben. Dit heeft niets te maken met sporen en hulpteugels, maar met het verdienen van respect door aan het paard te bewijzen dat ik een betere natuurlijke leider ben dan hij. Door te laten zien dat ik de juiste keuzes maak in enge situaties, door te laten zien dat het paard blijft leven als hij ervoor kiest bij mij te zijn. Maar die keus zal hij niet zomaar maken. Dat respect zal ik echt moeten verdienen. Hoe enger de situatie die we samen doormaken, hoe meer respect ik zal moeten hebben, om er zeker van te zijn dat het paard naar mij kijkt voor een antwoord, in plaats van instinctief te vluchten.

Het afgelopen jaar heb ik alle vragen om les te geven of andermans paarden te rijden, afgewezen. Dit omdat ik weet dat het de meeste mensen gaat om het in conditie brengen of houden van hun paard, waarbij de manier waarop dit gedaan wordt, is zoals zij gewend zijn. Dit betekent dat er een bit, zweep, sporen en eventueel hulpteugels worden gebruikt, als zij dat nodig achten. Ik kon en kan me hier niet mee verenigen en ken de meeste paarden van deze mensen niet goed genoeg, om hun conditie op peil te brengen/houden, zonder eerst veel tijd te steken in een natuurlijke omgang met het paard, die al bovengenoemde hulpmiddelen onnodig maakt. Het enige paard wat ik het afgelopen jaar nog heb gereden, is een paard wat ik al bijna 10 jaar rijd en waar ik eerst alleen maar grondwerk mee heb gedaan, om een solide basis te krijgen. Inmiddels rijden we rustig rond zonder zadel, bit, zweep of sporen. Ik vind dit enorm fijn en mijn paard hoeft nooit meer te protesteren tegen onaangename hulpmiddelen, waardoor het een veel harmonieuzer geheel is geworden. Ik bleef echter met het dilemma zitten van het rijden van andere paarden die ik minder goed ken, of het lesgeven aan mensen die hun paarden met deze hulpmiddelen rijden. Hier loop ik al een jaar tegenaan, zonder dat er iets van verandering in zit.

Afgelopen week ben ik voor het eerst weer op een aantal ‘vreemde’ paarden gaan zitten, om anderen te helpen. Op deze manier werd ik meer dan voorheen, geconfronteerd met mijn eigen strubbelingen. We rijden buiten langs een weg en het paard schrikt van een hond en slaat op hol…. langs het asfalt, waar auto’s rijden….. ik wil eigenlijk niet aan de teugels trekken….. maar wat doe ik vanuit gewoonte…. wat doe ik omdat er geen solide basis met dit paard is, om het op een andere manier op te lossen? Ik trek aan de teugels. Het paard gaat langzamer en na wat geruststellende woorden van mij, stopt het. De juiste oplossing? Misschien wel. Liever aan de teugels trekken dan onder een auto komen. Maar misschien zou ik met dit paard beter eerst in een afgesloten, veilige en vertrouwde omgeving een goede basis moeten opbouwen, voordat we de weg opgaan en in dergelijke situaties kunnen belanden. Het andere paard rijd ik in een bak als ik voel dat hij gaat wegrennen in een bepaalde situatie. Instinctief knijp ik mijn handen dicht en druk ik mijn binnenbeen aan om te zorgen dat hij op de hoefslag blijft. Niet de meest natuurlijke optie, want ik verhoog de druk. Misschien voor dat moment wel even de beste optie, omdat het paard vanwege een blessure niet mag rennen of rare bewegingen mag maken.

Dit soort situaties zorgen voor enorme worstelingen bij mij intern. Ik vermijd ze door geen vreemde paarden meer te rijden, maar hoe kan ik erin groeien als ik de confrontatie met mezelf, uit de weg ga?

Dat ik het anders ben gaan doen, wil niet zeggen dat ik de oude manier afkeur.

Ik ben jarenlang fanatiek dressuurruiter geweest. Ik ben te perfectionistisch en heb niet genoeg zelfvertrouwen om ook daadwerkelijk aan alle wedstrijden mee te doen, maar op de momenten dat ik daar was, dan presteerde ik, of beter gezegd ‘wij’ altijd naar of boven verwachting. Ik stond achter de manier waarop ik de paarden reed en ik was een snelle leerling. Zo snel, dat ik al vrij rap zelf les ging geven. Eerst aan beginners, later ook aan de meer gevorderde ruiter. Ik had oog en gevoel voor de communicatie tussen mens en paard.

Toen ik in 2010 in Australië terecht kwam op een Jackaroo School en daar in aanmerking kwam een met andere manier van paardrijden en de omgang met paarden, veranderde dat mijn perspectief. Ik leerde dat er nog een andere mogelijkheid was, naast de standaard ‘engelse’ rijstijl die ik zo goed kende. Ik leerde een stijl kennen die vriendelijk is, meer uitgaat van een vertrouwensrelatie die je met je paard hebt, in plaats van een ‘je-moet-doen-wat-ik-zeg-relatie’.

Weer terug in Nederland realiseerde ik me dat ik niet meer terug wilde naar mijn oude stijl, maar dat deze nieuwe manier, me veel meer aansprak. Ik worstel er af en toe nog steeds mee, want hoe kan ik mijn nieuwe manier toepassen en de oude manier eren? Ik word door bekenden wat raar aangekeken en ik weet dat ze onderling wel eens gesprekken hebben waarin ze uiten dat het toch vreemd is dat ik opeens niet meer op hun manier wil rijden en geen les meer wil geven. En ik begrijp die verwarring. Het is ook lastig. Ik snap het zelf nog niet eens helemaal.

Afgelopen week sprak ik een wat oudere man die al jarenlang eigen paarden heeft. Hij vroeg wat ik met paarden heb en ik vertelde over mijn ontdekkingen en ontwikkelingen. Zijn eerste reactie: ‘Oh, dus onze manier is fout?!’. En daar kom ik bij het grootste misverstand, wat ik de laatste jaren zo vaak tegen kom. Nee, jullie manier is niet fout, ik heb alleen geen zin om dat continu te moeten uitleggen en mezelf te moeten verantwoorden, dus ga ik de confrontaties uit de weg.

Ik kom hierop door een boek wat ik vanmorgen las. In de inleiding vertelt de auteur over een periode in zijn leven, waarin hij groot fan was van een bepaalde singer/songwriter. De auteur had zelfs een bandje en ze speelden een hele rits aan liedjes van deze beroemde artiest. Een tijdje nadat de auteur de artiest voor het eerst ontmoet, belt hij hem op om te vragen of hij een show wil doen in zijn omgeving en biedt hij aan om zijn eigen band ter beschikking te stellen voor de show, ze kennen immers toch alle nummers. De artiest verontschuldigt zich en zegt dat hij die nummers eigenlijk nog maar zeer zelden speelt. De auteur is in shock. Waarom zou iemand zulke goede nummers niet meer spelen? Uiteindelijk gaat de artiest toch akkoord en speelt hij, met de band van de auteur, een aantal liedjes tijdens de show. Na dit samenspel verdwijnt de band van het podium en speelt de artiest nog een aantal nieuwe nummers alleen.

“Armed with only his new music and his guitar to accompany him, Larry brought the house down. The reason he’d moved on to other things was clear to me – he wanted to get better at his music. And he most certainly had. The old songs were great, and he performed them wonderfully. But the new stuff was even better, and so was he.

Larry hadn’t abandoned his old music or left his old music behind. He had simply taken it with him as he moved forward. It was an indication of someone who wasn’t satisfied with the status quo, even though it had gotten him where he was. It was the sign of someone in search of mastering his craft.

The problem is, when someone goes in search of mastery, people around him or her can suddenly feel left behind. I know that’s how I felt when Larry first told me he’d gone on to other music.

I wanted to grab hold of him and say, “No, wait! I just now found your old music! I’m just starting to understand how to play it! Don’t leave now! I may not like the new stuff. Or what’s worse, I may like it more! Then I’m going to have to change, too. If you don’t change, I won’t have to either and that would be much easier on me.”

Onthoudt dus allemaal alsjeblieft: Jullie manier is niet fout. Ik pas die ‘oude’ manier niet meer toe, niet omdat het slecht is of omdat ik me ervoor schaam. Nee, ik heb die methode jarenlang toegepast en ik heb ontzettend veel geleerd. Ik heb alles wat ik heb geleerd, meegenomen…. en nu pas ik een andere methode toe. Omdat die ‘nieuwe’ methode voor mij beter voelt, omdat ik me er op dit moment, beter in kan vinden. Dat is iets persoonlijks. Omdat de vriendschapsrelatie en de vriendelijkere, (p)aardige manier van werken, beter bij mij past. Ik keur jullie manier niet af, ik ben zelf alleen een andere weg ingeslagen en ik heb al mijn ervaring meegenomen, omdat ik weet dat het me veel heeft gebracht. Ik heb mezelf ontwikkeld, tijdens mijn zoektocht naar dat wat het beste bij me past. Is dat misverstand dan nu voor eens en altijd uit de wereld geholpen en kunnen wij gewoon vriendjes zijn?